|
(
299 )
ESSEQUEBO
EN DEMERARISCHE
COURANT.
(No. 38. )
|
ZONDAG Den 21 July 1794.
|
(Vol.
1.)
|
STABROEK. [centered]
19 July. [centered]
Gisteren avond ontsing men hier
Surinaamsche Couranten, waarinne onder anderen in die van 4 July te vinden is
het volgende:
Den 2 deezer ontsanger wy alhier de
onaangenaame tyding, dat het Schip Bergen, gevoerd by Capitein Mathys Fredriks,
op de Kust door een Fransche Kaper was genoomen; hebbende gemelde Capitein van
die gebeurtenis het volgende verslag gegeeven: Den 1 deezer, des nademiddags om
4 uuren, wierd hy door een Fransche Schoener, voorende zes Draaibassen en 7 man
Equipagie, gejaagt tot op de hoogte van de Brandwagt, alwaar dezelve Schoener
hem ten 5 uuren, na dat zyn geheele Hekwerk was aan stukken geschooten, gedwongen
had zyn boot met den Stuurman en 6 man van zyn Scheepsvolk, aan boord te
zenden, na dat dezelve by de Schoener waaren gekoomen, deeden de Franschen
eerst de Stuurman en vervolgens die zes man één voor één opklimmen en bonden
hen, met het Pistool op de borst, handen en voeten; vervolgens wierd de Sloep
van de Schoener naar zyn Schip gezonden, welke hem Capitein, beneevens de
overige Manschappen, uitgezondert de Bootsmansmaat en de Kok, die zy aan boord
hebben gelaaten met drie fransche Scheepslieden, op het fransche Vaartuig
overoragten, en wierden op dezelve wyze als den Stuurman en de zes man
behandeld; vervolgens deeden zy hem, met den Stuurman en het overige
Scheepsvolk in de boot gaan, by die geleegenheid meende hy aan boord van zyn
eigen Schip te roeijen, doch dit wierd hem door een Draaibas, die de Franschen
aldaar hadden overgebragt, en op zyn boot gepointeerd was, verhindert; hier na
zag hy het Schip by de wind opzeilen, en is hy met de boot en 11 man aan Land
gekomen. Verders raporteerde hy nog, dat hy des morgens een Engelsch Fregat
had ontmoet, onder Fransche vlag, dat hem had doen resolveeren, zyn Brieven-zak
over boord te werpen. - Dit Fregat had hem vervolgens gepraait en gezegt, met
nog een ander Fregat op de hoogte van Cayenne te kruissen, waar op gisteren,
het alhier leggen e 's Lands Oorlogschip de Erf-Prins Fredrik van Brunswyk,
onder Commande van den Wel-Edele Gestr. Heer Hartzink, is uitgeloopen, om het
Schip van Mathys Fredriks, zo mogelyk, te agterhaalen. - Capitein M. Fredriks was
in 't laatst van April uit Texel gezeild.
Op den 15den dezer is alhier overleeden
Capt. John Couch, voerende de Schoener Hope van Newbery Port in Noord America.
Op den 16den is also overleeden op de
Plantagie la Retraite de Heer Joseph Drake, Supercarga van het Schip Fair
American.
En binnen deze week zyn teffens ook
overleeden de Camenier en Lyf-Knecht van de Wel-Edele Gestrenge Heer en Mevrouw
Tiene.
STABROEK. [centered]
19 July. [centered]
By Gazettes from Surinaam of the 4th.
instant, received here yesterday, we learn that a french [sic] Schooner, mounting six Swivles [sic]
and seven men, fitted out in Cayenne, has taken on the Coast there, on the
first instant, the Dutch Ship Bergen; Mathys Fredricks Commander: The Capt. and
crew, excepted two men, were put on shore and ship maned [sic] with French men, made sail.
(
300 )
(
301 )
(
302 )
(
303 )
(
304 )
(
305 )
(
306 )
Lyst van de Negers die zig in de Tronk
in Stabroek bevinden, en in de Maanden Mey, Juny en July gevangen zyn.
5 Mey; twee nieuwe Negers zonder merken,
aangebragt door T. Dougan.
11 Dito; Twee Negers met hun
Landsmerken, door de Heer de Roever aangebragt.
30 Juny; een jong en nieuwe Neger, door
Bokken na de Post Mahayka gebragd en van daar na hier.
4 July; een jong Neger met zyn Lands
marken, zeggende op de West-Wal van Demerary 't Huys te behooren, van Mahayka,
door Th. Lawrence aangebragd.
11 Dito; twee groote nieuwe Negers met
hun Landsmerken, van Mahayka aangebragt door den Heer Commandant Otto.
18 Dito; een extar lange en jonge Neger,
spreekt weinig Creolsch, aangebragt door I. Butcher.
Stabroek 19 July 1794.
G. H. LUDERS
Onder-Schout.
NEGROES IN GOAL. [centered]
List of the Negroes taken up in the
Months of May June & July brought to the Barraks [sic] by several persons with the dates of their entry.
5 May; two new Negroes without mark. by
T. Dougan.
11 Ditto; two new Negros with their
Country marks, by Mr. de Roever.
30 June; a young and new Negro brought
by indians to the Post in Mahayka.
4 July; a young Negro, with his country
marks, by Mr. Th. Lawrence from Mahayka; the Negro tells to belong to an Estate
on the West shore of the River.
11 Ditto; Two tall new Negros, with
their country marks, by the Commandant of the Post Mahayka F. W. Otto Esqre.
18 Ditto; a very tall young Negro,
speaking a litle [sic] Creol language, by I.
Butcher.
Stabroek 19 July 1794. G. H. LUDERS.
Onderschout.
STABROEK. [centered - width of page]
* * * Gedrukt met Provisioneele
Authorisatie van den Edele Achtbaare Hove van Policie dezer Colonie, by
J. C. DELACOSTE.
|