Essequebo en Demerarische Courant 1795 February 08

( 41 )
 

ESSEQUEBO EN DEMERARISCHE

COURANT.
 

(No. 6. )

ZONDAG Den 8 February 1795.

(Vol. 2.)

 
STABROEK. [centered]

7. February. [centered]

Op den 31den laatstleeden arriveerde alhier, de al lang verwagte Pacquet Sloep Mary, van Barbados. De eerste December Pacquet van Engeland was nog niet aangekomen en de tydingen met haar aangebragt zyn niet latter dan des 21den November.

Particuliere Brieven van Barbados vleijen ons met de alleraangenaamste tydinig van een Vreede tusschen de Vreenige Nedelanden en Vrankryk, en andere meiden dat er alleen een stilstaand van Wapenen tusschen de Oorlog-voerende Morgen sleeden plaats gevonden heest; dezelfde Brieven medlden, cas het Schip Non Paareil, gevoerd door Cap. E. Barker, van Rotterdam herwaards destineerd, door den vyand zoude zyn genomen: Geene zekerheid daar omtrent hebbende, zullen wy nadere berigten te gemoet zien, alvoorens wy onze Leezers deze gerugten als authentique tydingen kunnen mededeelen.

Op den 2de dezer is alhier binnen gekomen de Brick Jennet, Cap. B. Tappin, van Barbados, met Provisien, en de Schoener Jenny, Cap. J. Cox, van Wiscasset, met Planken, &c.

En op den 31den laatstleeden is uitgezeild de Sloep Lady Hammon, Capt. Wm. Bennett na Grenada.

Op den 5de dezer is de Paquet Sloep Mary na Barbados geretourneerd.

De Brigantyn van Oorlog De Kemphaan, gecommandeerd wordened door den Wel-Edele Gestrenge Heer Reysterborgh, is voorleeden week op een Kruystogt an Zee gezeild.

Alzo de Heer J. Elliot voornemens is op den eersten Maart aanstaande deze Colonie te verlaaten de Heer Arthur Wood, binnen de maand Maart, en de Heer James Fraser, voormaals gewoond hebbende in Mahayka, binnen de maand Mey aanstaande: Zo word een iegelyk die iets van dezelve, zo in prive als qq. te pretendeeren heest, ofte aan hun mogte zyn verschuldigt, verzogt, zulks op en aan te geeven en betaaling te komen doen en ontsangen, voor den eerstgenoemde ten zyne Domicilium, ofte ter Secretary van Demerary; voor den tweede genomed, ter Secretary voorgenoemd, en voor de laatstgenoemde ter zyne Woonsteede by de Heer Charles Lowe in Mahycony.
Van het Secretary van Demerary 6 February 1795.

STABROEK. [centered]

7. February. [centered]

The since longexpected [sic] Packet, Sloop Mary, arrived here on the 31st ultimo, and brought over the second November Mail, the first December Mail not being arrived as yet, at her departure from Barbados.

Private letters from Barbados, reports that a peace was concluded between the States General of the United Netherlands and the Republick of France; other letters says [sic] that a cessation of arms had taken place between the Belligerent powers, and some letters mention that the Ship Non Pareil, E. Barker master from Rotterdam bound to this River, should have been taken by the French in her way hither: we have no certainty of the truth of those reports, we shall thus wait for the confirmation or the contradiction of the same, before to give such as a [sic] authentic news.

On the 31th [sic] ultimo sailed for Grenada the Sloop Lady Hammon, Wm. Bennett Master.

On the 2d instand [sic] arrived the Brig Jennett, B. Tappin Master from Barbados, with provisions, also the Schooner Jenny Israël Cok, Master, from Wiscasset, with Lumber &c.

The Brig of War De Kemphaan, Rystenborg Esqre Commander, sailed last week on a cruize.

Mesrs John Elliot, Arthur Wood, and James Fraser, this last formerly living in Mahayka, being intended to leave the Colony, the first named, on the first of March next, the second, within said Month of March, and the last within the Month of May.
All persons having any demands against them, either in privé or qq. or being indebted to the same, are requested to render in their accounts, to the first at his dwelling or at the Secretary's Office of Demerary, to the second, at the said Office, and to the third at his Dwelling at Mr. Ch. Lowe in Mahycony and to make them payment as above, within that time.
Secretary's Office of Demerary
6 February 1795.
 

( 42 )
 

( 43 )
 

( 44 )
 

( 45 )
 

( 46 )
 

( 47 )
 

( 48 )

VENDUEN IN DEMERARY. [centered]

Op den 16de dezer Maand, ten Huyze van Muller & Cosack en van hunnert wegen, diverse Koopmanschappen, Provisien, Rhynse & Madeira Wyn in heele, halve en quart Pypen, Brandewyn, Genever, Celserwaater en Huysraad, &c. Ten zelve Huyze en dage, van wegens den Boedel Leenhart, een party Mans Kleeren, &c. Item van wegens Doctor L. Kessing, een Negrinne en drie Negers, waar onder een Wascherinne en Kockinne, een goede Verbind- en Dres- Neger, een Timmerboot Neger, een Thuyn Slaaf, diverse Medicamenten, Medecinaale en Chirurgicaale Boeken, Huysraaden & Goude Horologien, Zilvere Leepels en Vorken &c.
En van wegens de Heer B. Albinus, als Executeur Testamentaire van wylen de vrye Negrinne Betzy Albinus, zeven of acht stuks Negers en Negerinnen, waar van eene twee, en de andere vyf Kinderen heest.
Op Maandag den 23e February van wegens de Wees en onbeheerde boedel kamer ter Griffie van dezelve, van diversche Meubilaire Goederen Huisciraeden, Goud en Zilverwerk &c.

VENDUES IN DEMERARY. [centered]

On the 16th instant at the house of Muller & Cosack, and for their account, sundry Merchandize, Provisions, Rhenish and Madera Wine in pipes, half and quart pipes, Brandy, Gin, Celter watter [sic], house furniture &c. for account of the Estate of Leenhart, men's wearing apparel; and for account of Doctor L. Kessing, a Negro Woman and three Negro men, among which a good Cook and Washer, a Negro understanding to dress sores, a Carpenter and Boat Negro and field Negro, sundry Medecines, Medical and Chirurgical Books, house furniture, Gold Watches, Silver Spoons & Forks &c. and for account of B. Albinus Esqr. in quality as Executor to the free Woman Betzy Albinus deceased, Seven or eight Negros men and Women, whereof one has two, and the other five Children.
On the 23d instand [sic] at the Orphan Hall and for their account, Household Stuff, Furniture, Gold & Silver Works, &c.
Stabroek 7 February 1795.

Lyst der Negers die zig in de Tronk in Stabroek bevinden.

19. January: Een Negerman, middelmaatig van Statuur; door de Heer C. Boorweegen aangebragt.
20. Dito, een nieuwe Negrinne, lang van Statuur en spreekende de Mandinga Taal, aaangebragt door den Heer Schirmeester.
29 Dito: 4 nieuwe Negers, twee daar vantaamelyk groot, en met hun Landsmerken, en twee met blaauwe Jakken aan, aangebragd door de Heer Ch. Lowe van Mahycony.
Drie Negers, die onder de beheering van wylen Doctor Schraidt zyn geweest, zullen na verloop van drie Advertentien met de reeds aangek[illegible] op Vendue verkogt worden, van wegens het Officie Fiscaal dezer Rivier.
3 February, vyf Negers aangebragt van Mahayka.
Dito, een Neger gemerk D. P. S.
Stabroek 6 February 1795.
G. H. LUDERS.
Onder-Schout.

List of the Negroes in Goal. [centered]

19. January: A Negro man of a middle Size, by Mr. C. Boorweegen.
20. Dito, a New Negro-woman, speaking the Mandinga language, by Mr. Schirmeester.
29 Dito: 4 new Negros, whereof two are pretty tall and with their Country marks, the other two have each a blew [sic] Jacket, brought by Mr. C. Lowe from Mahycony.
Three Negros having formerly been under the Administration of Doctor Schraidt deceased, will be sold at publick auction for account of the Fiscals Office of this River, after three Publications hereof, to gether [sic] with the Negroes already Published.
3 February, five Negros brought from Mayhayka.
Dito, a Negro man marked D. P. S.
Stabroek 6 February 1795.
G. H. LUDERS. Onder-sheriff.

DEMERARY. [centered - width of page]
* * * Gedrukt met Provisioneele Authorisatie van den Edele Achtbaare Hove van Policie dezer Colonie, by
J. C. DELACOSTE.

 


Created: 22 August 2010   Last modified:     Creator: Wilmer, John Lance    Maintainer: Rodney Van Cooten
Creative Commons License

Except where otherwise noted, this site is licensed under a Creative Commons License

up arrow